Duurzaam Overijssel

Tien energiecoöperaties en vier gemeenten bundelen krachten

05-06-2023 936 keer bekeken 0 reacties

Met tien coöperaties uit vier gemeenten is een intentieovereenkomst getekend voor onderzoek naar samenwerking voor grootschalige energieopwek en opslag. “We gaan nu eindelijk doen waarvoor we zijn opgericht”, zegt Hennie Luten van Lokale Energie Initiatieven Stimulering (LEIS).

Samenwerkende coöperaties
Samen met een kleine groep mensen richtte zij in 2019 een energiecoöperatie op en vonden zij draagvlak voor hun ideeën bij bestaande coöperaties. De tien samenwerkende coöperaties zijn Energie Coöperatie Westerveld, Energie Coöperatie Duurzaam Nijeveen, Coöperatie Heel de Wolden Groen, Energiecoöperatie Duurzaam Ruinen, coöperatie A32 Energie, coöperatie VerduurSaam Écht Meppel, energiecoöperatie ReestdalEnergie, Wapserveen Vol Energie i.o. en coöperatie Steenergie (Steenwijkerland). Zij hebben onder leiding van de gebiedscoöperatie Zuidwest Drenthe (GCZWD) de krachten gebundeld.

Unieke samenwerking
Het gaat om windenergie en zon op landoplossingen. “Daarbij streven wij naar 100 procent lokaal eigendom”, legt Luten uit. Het is een unieke samenwerking, die de tien coöperaties en vier gemeenten met elkaar zijn aangegaan. Waarbij het gaat om een risicovolle investering waarvoor uiteindelijk ook een vergunning moet worden aangevraagd. Luten: “Het vraagt om moed, lef en durf. Van belang is dat we echt goed samenwerken met gemeenten, energiecoöperaties, omwonenden en grondeigenaren, want je kunt het niet alleen. Je hebt elkaar ongelooflijk hard nodig.”

Expertise opgedaan
In de energietransitie waarbij het om energieprojecten voor zon en wind gaat, ziet zij regelmatig dat coöperaties graag willen, maar dat het ondanks alle goede bedoelingen uiteindelijk niet tot een project komt. Door de expertise die is opgedaan bij de gemeente Staphorst, weet zij hoe een initiatief voor grootschalige energieopwek  tot een goed einde kan worden gebracht. “Wij hebben voldoende kennis en expertise in huis om samen met andere coöperaties dit windenergieproject te realiseren. Dat doen wij in opdracht van en in samenwerking met gebiedscoöperatie Zuidwest Drenthe, die het voortouw neemt.”

Lokale energieopwek
In Staphorst werd destijds een maatschappelijke tender uitgeschreven. De gemeente bepaalde daarmee onder andere de wijze waarop participatie moest plaatsvinden. Een groep mensen, waaronder ondernemers uit Staphorst, hebben vervolgens een energiecoöperatie opgericht, een projectleider ingehuurd en een windplan opgesteld. Inmiddels staan er drie windmolens en kijkt de gemeente Staphorst wat lokale energieopwek betreft al naar wat er na 2030 moet gebeuren.

Investeren
“Een dergelijke aanpak vraagt om een investering. De eerste dertig mensen hebben zelf het geld bijeengebracht door risicovol te investeren. Later hebben nog eens twintig Staphorsters zich aangesloten. Door mee te praten, raakten zij betrokken en wilden zij ook meedoen aan lokaal eigenaarschap. “Die eerste stappen zijn het moeilijkst”, vertelt Luten, “omdat je mensen bereid moet zien te vinden om achter de plannen te gaan staan en keuzes te maken. Zie het als het kopen van een auto. Als je geen auto wilt, dan ga je ook de kleur niet uitkiezen.”

Voldoende draagvlak
Voor het zover is, gaat het erom dat er voldoende draagvlak is en dat mensen bereid zijn om aan de voorkant mee te doen aan een risicovolle investering. Volgens Luten vraagt het ook wat van bestuurders en politieke partijen om zich achter een dergelijk plan te scharen. “Er is steeds meer kennis over de energieproblematiek bij politieke partijen, waardoor er meer begrip komt en het steeds normaler wordt dat er windmolens komen. Naast kennis gaat het tevens om de gezondheid van mensen. Door inwoners tijd te geven daar informatie over in te winnen, zie je de scepsis bij hen verschuiven.”

Honderd procent
Tot nu toe streven gemeenten en provincies naar vijftig procent lokaal eigendom, maar de tien samenwerkende coöperaties ambiëren volledig lokaal eigendom. Daarbij vloeien uiteindelijk alle gelden terug naar de lokale participanten, de omgeving, grondeigenaren, een maatschappelijk fonds en zo naar de gemeenten. Die honderd procent lokaal eigendom is geen vanzelfsprekendheid. Luten is er bijna laconiek over. “Met de juiste mensen kun je zo’n project met een goede organisatie ook zelf realiseren. Een ontwikkelaar moet leren meedenken met wat de markt vraagt. Zij kunnen als dienstverlener optreden en hoeven een project toch niet in eigendom te houden nadat zij het hebben gerealiseerd?”

Cookie-instellingen