Na alle stormen zal Staphorst in deze regio straks de meeste wind oogsten

15-01-2022 1533 keer bekeken

Met de start van de bouw van drie windmolens bereikt Wij Duurzaam Staphorst een nieuwe mijlpaal. De eerste turbine moet er over enkele maanden staan, maar daar ging een traject vol juridisch getouwtrek aan vooraf. Ondanks de protesten is Staphorst met windpark Bovenwind straks regionaal koploper.

De omgeving van de Haarweg in Staphorst is deze morgen in nevelen gehuld, waardoor ook de nu nog denkbeeldige toppen van drie gloednieuwe windmolens niet te zien zouden zijn. Maar dat is over enkele maanden anders, als de eerste turbine met een tiphoogte van ruim 200 meter moet gaan draaien. De andere volgen in de loop van het jaar, waarmee de molens met de twee laatst gebouwde in Nieuwleusen plotsklaps de hoogste van de provincie Overijssel zijn. ,,Binnen een paar weken worden de masten en de wieken gebracht.’’

Wij Duurzaam Staphorst

En dan gaat het de lucht in, waarbij de discussie over de komst van nog eens drie windmolens in de gemeente Staphorst - bij Rouveen werden vijftien jaar terug de eerste turbines van Overijssel gebouwd - vooral op de grond werd gevoerd.

Voor het eerst zo’n vier jaar geleden bij een ondernemersbijeenkomst, memoreert Jenko Huls, secretaris van dorpscoöperatie Wij Duurzaam Staphorst. ,,De provincie gaf Staphorst eigenlijk de keuze: ‘Of jullie bepalen zelf waar turbines komen, of wij doen het.’ In dat laatste geval hadden we weinig te zeggen gehad.

 

p diezelfde avond van de bedrijvenclub werden er knopen doorgehakt, waarbij het niet langer de vraag was of er windmolens bij zouden komen, maar meer hoe en waar precies. ,,Het vraagteken werd ingeruild voor een uitroepteken”, zegt Huls. ,,Met het uitgangspunt om de rendementen die we straks met ons eigen energiebedrijf hopen te halen weer terug laten vloeien in het dorp.” Zo’n driehonderd leden sloten zich bij de coöperatie aan. ,,Ook omdat wij zonder tussenkomst van een projectontwikkelaar het park van drie turbines gaan bouwen.”

Druk opgevoerd

Het zorgde ervoor dat het voornemen van Wij Duurzaam Staphorst - ondernemers stopten vast wat opstartgeld in de pot - het uiteindelijk won van nog drie windmoleninitiatieven die bij de gemeente werden aangedragen. Dat de provincie de druk opvoerde zit ze in Staphorst overigens niet helemaal lekker. Maar met zes windmolens op haar grondgebied, net zoveel als in Dalfsen, maar meer dan in grotere gemeenten als Hardenberg en Ommen - beide vijf - en Steenwijkerland en Zwartewaterland - twee keer nul - is het direct regionaal koploper. 

Dat is dan in vier jaar redelijk rap gelukt, constateert ook Hennie Luten. Zij is eveneens betrokken bij de coöperatie in Staphorst, maar schuift ondertussen met haar communicatiebedrijf en expertise in lokale, duurzame energie-initiatieven bij verschillende gemeenten in de regio aan.

Om soortgelijke projecten, met zoveel mogelijk lokaal eigendom, van de grond te krijgen. ,,Dan wordt niet zelden gevraagd hoe we het hier in Staphorst hebben gedaan.” Want er was flink wat weerstand tegen turbinebouw. ,,Maar nu het zover is gaan de schouders eronder.” 

Flinke protesten

Die wrevel was indertijd meer dan behoorlijk, erkent Wij Duurzaam Staphorst. Omwonenden - niet eens zozeer de dichtstbijzijnde buren - protesteerden luidkeels tegen de plannen aan de zuidoostkant van het dorp. Tussen de landerijen, met natuurgebied Zwarte Dennen op een steenworp afstand. Het leverde uiteindelijk een juridische procedure op, waarbij tegen onder meer gevreesde geluidsoverlast werd geprotesteerd. En toen die voorschriften iets werden verschoven en verruimd, zorgde dat voor nieuw gemor.

Gemeenten in Noord-Overijssel worstelen op eigen manier met windmolens

De verschillende gemeenten in de Kop van Overijssel en het Vechtdal zijn alle op een eigen manier bezig met toepassing van windenergie. De een wat meer dan de ander.

Dalfsen telt er nu zes, waarvan twee van duurzaamheidsclub Nieuwleusen Synergie - klimaatminister Rob Jetten kwam daar deze week kijken -, maar heeft plannen om er nog eens liefst tien bij te bouwen. Omdat de gemeente wijst naar gebieden waar nu ook al windmolens staan, leverde dat in een vroegtijdig stadium veel protest op. Niet dat ze er morgen staan, want Dalfsen heeft daarvoor tot 2050 de tijd.

 In Staphorst staan er nu drie en zijn er drie in aanbouw. Onder meer omdat de provincie zo’n vier jaar terug dreigde in te grijpen met een zogenaamd inpassingsplan kozen ze daar eieren voor hun geld. In een nieuwe bestuursperiode is de ‘dreiging’ van de provincie - ook Ommen kreeg in die zin vijf molens in haar maag gesplitst - minder, omdat gemeenten zelfstandig mogen bepalen hoe ze hun energiedoelstelling willen halen. Dat doen ze dan weer in regionale samenspraak.

Zo doet Steenwijkerland dat vooral met zonneparken, zonnepanelen op daken en kleine windmolens met een hoogte van maximaal 25 meter. In het verleden zocht het gemeentebestuur daar uit dat de komst van tien turbines bij Blokzijl, Giethoorn of Kuinre tot de mogelijkheden behoorde. Maar toen het direct protesten en bezwaren regende kwam het college van burgemeester en wethouders daar spoorslags op terug.

Nadat Hardenberg eerst bij Dedemsvaart vijf windturbines plaatste, ging het op zoek naar andere gebieden die geschikt zouden zijn voor molens. Ook daar was de kritiek niet van de lucht, en nadat de gemeenteraad afgelopen najaar constateerde dat er totaal geen draagvlak voor meer molens was te vinden, trok de politiek de stekker uit dat plan. En probeert het dat ‘van onderaf’. Zoals Lutten Levert, een dorpscoöperatie met een zonnepark van zesduizend panelen. Goed om het stroomverbruik van circa zeshonderd woningen te compenseren.

Zwolle is eveneens bezig met de realisatie van nieuwe windmolens bij de huidige turbines in de Tolhuislanden. Daarmee trekt het in zekere zin op met Dalfsen, Staphorst en ook Zwartewaterland. Die laatste gemeente heeft nu nog geen windturbines, maar wees een jaar geleden twee zoekgebieden aan: tussen Zwartsluis en Meppel en tussen Lichtmis en Hasselt. In dat laatste geval sluiten windmolens daar enigszins aan bij het huidige cluster aan de overkant van de A28. Uitgangspunt, zo besliste de politiek vorige week, is dat inwoners en lokale bedrijven voor een groot deel eigenaar worden van dergelijke parken.   

Daarnaast vonden tegenstanders dat wanneer de turbines er toch moesten komen, ze beter bij de al bestaande windmolens tussen Punthorst en Rouveen gebouwd kunnen worden. Daar zijn ze immers geclusterd en niet uit te sluiten valt, nu Zwartewaterland eveneens op zoek gaat naar geschikte plaatsingsgebieden, dat rondom de A28 en N377 nog meer turbines zullen verrijzen. Tenslotte hebben Dalfsen en Zwolle hun pijlen eveneens opnieuw op die uithoek van hun gemeente gericht, zodat er een woud van windmolens dreigt te ontstaan.

‘Borrelpraat’

Hoe dan ook, zegt Huls, persoonlijk ziet hij liever een paar windmolens verrijzen dan hele velden die hectare aan hectare gevuld zijn met zonnepanelen. Bovendien worden turbines steeds inventiever en kan het maar zo zijn dat verlichting op de masten in de nacht uit kan zoals een recente proef al heeft bewezen. ,,En alleen aan springt als daadwerkelijk een vliegtuig in de buurt komt”, vult Luten aan.

Dat onderliggend netwerk alle opgewekte stroom niet aan zou kunnen doet Huls af als ‘borrelpraat'. ,,Wij Duurzaam Staphorst heeft een netaansluiting en een teruglevercontract. Die is zo gewaarborgd.”

 

Nee, in Staphorst zijn ze met terugwerkende kracht tevreden dat ze ingestapt zijn en hopen ze met verdeling van opbrengsten, compensatie van grondeigenaren en omwonendenvergoeding verdere tegenwind uit de wieken te houden. Een grote krater waar straks het fundament komt te liggen is geslagen, de aanvoerroute gereed. ,,En we hebben vooralsnog geluk”, zegt Luten. ,,Onder de 5 graden wordt er niet gewerkt, maar het kwik bleef er overdag gelukkig boven.” Wat Huls betreft mag vorst echter wel voor uitstel zorgen. ,,Eerst een Elfstedentocht.”

bron: De Stentor

Cookie-instellingen